Ik ben een slechte lezer. En dan bedoel ik niet dat ik niet ‘goed’ lees. Nee, ik lees eigenlijk té goed. Tachtig procent van mijn werk bestaat uit lezen. En dan vooral redigerend lezen. Als ambtenaar op de communicatieafdeling bij de gemeente Nieuwkoop schrijf ik bijna niets zelf. Alles is redigerend lezen (en dus schrijven). Dat ik daarom in mijn vrije uren geen zin heb om te lezen, vind ik niet zo raar.
Neemt niet weg dat ik gek ben van boeken. Ik heb een enorme boekenkast. Ook boeken die al bestonden voordat ik geboren was. Klassiekers als Ciske de Rat, Pietje Bell, Kruimeltje en Dik Trom. En dan ook echt die hele oude versies. En ik heb verschillende series. Fear Street, Kippenvel en De Vijf. Die gaan mij ook beter af. Want als ik eenmaal één boek van zo’n serie heb gelezen, wil ik eigenlijk al direct in de volgende verdwalen. Maar ja, dan zal ik wel een nieuwe serie moeten aanschaffen. Want al heb ik, schat ik in, de helft van de boeken in mijn boekenkast nog nooit gelezen, de series heb ik wel al tot een einde gebracht…
Gelukkig kan ik mij op vakantie wel tot lezen zetten. Er gaan altijd wat boeken mee in de reistas. En ik lees ze dan ook. Al heeft ook dat een nadeel. Er is geen spel- of schrijffoutje dat mij ontgaat. Is lezen dan nog steeds ontspanning? Ik vraag het me af. Ik lees gewoon te goed…