Jan van den Bosch: ‘Zeg nooit dat je gearriveerd bent
Ik mocht op interview vanwege een boek dat uitkwam over Jan van den Bosch die 70 jaar werd in augustus. Voor velen misschien geen bekende naam. Maar wie zijn foto ziet, zegt bijna altijd: ‘Oh, hij!’
Ik zag best een beetje op tegen het interview. Jan van den Bosch is een gelovige man met een rotsvast vertrouwen in God. Ik ben niet ongelovig, maar had toch wat vrees vanwege mijn lichte aversie tegen evangelisten.
Mijn navigatiesysteem wees mij de weg naar zijn huis. Nou ja, huis, paleis is een betere omschrijving. Groot, met witte muren en gele randen, het leek wel goud. Ik was wat vroeg en trof Jan niet thuis. Via de slimme deurbel sprak hij me aan. Ik kon hem echter niet verstaan en voelde me direct al wat dommig. Het grote huis met de enorme tuin maakte mij zo klein. Een paar minuten later kwam hij aangereden in zijn Jaguar.
Hij stapte uit en begroette me allervriendelijkst. ‘Dat ik de beste journalist van Nederland op bezoek krijg, wat bijzonder!’, sprak hij toen hij me binnenliet. Hij vroeg wat ik wilde drinken en ging in de keuken aan de slag met een kopje thee. Met grote ogen keek ik de kamer rond. Zoveel goud, overal pracht en praal; een paradijselijke aanblik.
De thee netjes op een schoteltje met drie bijzondere theesoorten kwam hij de kamer weer in. ‘Kan ik me zo voor de foto even omkleden?’ vroeg hij. Ik bekeek hem van top tot teen. Hij zag er al zo keurig uit. Dat zei ik hem ook. Vervolgens verontschuldigde ik me voor mijn eigen (simpele) kleding. Het maakte hem helemaal niets uit.
We moesten even wachten op Jan Hol, de initiatiefnemer van het boek. Onderwijl maakten we een praatje. Vanzelfsprekend over corona, dat het hem zo’n pijn deed dat veel mensen zich zo eenzaam voelden deze periode. Dat hij daarom wat vaker bij de buurvrouw langsging en gerechten voor haar kookte die hij zelf niet eens zo graag lustte, maar die hij met plezier, samen met haar, verorberde.
Ik had me in mindere mate op het interview voorbereid. Het interview was namelijk plots vervroegd en ik moest het direct na een andere afspraak doen. Ik verontschuldigde me dat ik het boek alleen had doorgebladerd en niet zo veel had gelezen als ik normaal zou doen.
Gelukkig verliep het interview soepel. Op mijn laatste vraag: ‘De auteur schrijft dat u nog altijd naar uzelf op zoek bent. Is dit inderdaad nog altijd het geval?’ kreeg ik het mooiste antwoord. ‘Je moet nooit zeggen dat je gearriveerd bent, want dan ben je er geweest. Blijf altijd zoeken naar antwoorden op de vragen ‘Wie ben ik’ en ‘Wat mag ik betekenen?’ Ik blijf me altijd verwonderen en wil nog steeds de hoogste berg beklimmen en de diepste zee induiken. Het is pas af als ik in mijn kist in de Oudshoornse kerk lig. Mijn testament is klaar, evenals het draaiboek van mijn afscheidsdienst. Omdat ik in de eeuwigheid geloof, ben ik niet bang voor de dood.’
We spraken ongeveer een uur toen Jan Hol aangaf dat hij echt door moest. De fotograaf moest ineens rap aan de slag en al had ze twee prima modellen, het was niet zomaar klaar. Jan Hol vertrok, Jan van den Bosch bood ons nog een kopje thee aan, waarna we nog een uur met elkaar spraken. Het EO-coryfee heeft dan ook een CV waarvan je oren klapperen. Wat een interessante man!
De volgende dag kreeg ik van hem een mailtje. Hij schreef: ‘Ik vond het erg leuk om je te ontmoeten.’
Ik reageerde: ‘Ik vond het ook een erg fijn en vooral interessant gesprek; ik had ook echt het idee dat wij nog uren hadden kunnen praten. U over uw geloof en ambities en ik over mijn leven en hoe ik naar het geloof kijk.’
Waarop hij reageerde: ‘Altijd welkom voor een gesprek en een kopje thee.’
Nou, op die uitnodiging ga ik zeker nog eens in.